
Wijzigingswet Wet op het basisonderwijs, enz. (het totstandbrengen van onder meer een Wet op het primair onderwijs en een Wet op de expertisecentra)
Artikel LIII OVERGANGSREGELING BEVOEGDHEIDSEISEN
1
Een personeelslid dat op 31 juli 1998 in dienst van een bevoegd gezag onderwijs geeft als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs zoals luidend op die datum en bevoegd is op basis van artikel 111, derde lid, van die wet, is bevoegd tot het geven van het onderwijs, bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 13, tweede lid, van deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs voor de duur van het dienstverband met bedoeld bevoegd gezag of de rechtsopvolger van dat bevoegd gezag.
2
Voor een een personeelslid dat met toepassing van artikel 3, zevende lid, van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs is aangesteld of benoemd in het schooljaar 1997-1998 en waarvan de aanstelling of benoeming eindigt in het schooljaar 1998-1999, kan tot het eind van die aanstelling of benoeming worden afgeweken van de eisen van benoembaarheid, gesteld in artikel 3, eerste lid, onder b, van de Wet op het primair onderwijs.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.